vrijdag 17 oktober 2008

Loutere puntentoekenning voldoet niet aan de formele motiveringsverplichting

In zijn arrest van 18 september 2008 (R.v.St., NV Pierre Roegiers, nr. 186.371, 18 september 2008) herhaalt de Raad van State dat wanneer de aard van de gunningscriteria een loutere puntentoekenning is zonder een daarop te betrekken beschrijvende waardering niet volstaat als afdoende motivering wat de feitelijke gegevens betreft waarop de bestreden beslissing steunt:
Te dezen bevat het beoordelingsverslag een puntentabel waarin aan elke offerte punten worden toegekend, per voormeld criterium en subcriterium. Voor die punten is echter het prijscriterium uitgezonderd, geen nadere verantwoording per criterium voorhanden. Enkel worden per inschrijver, zowel in het beoordelingsverslag als in de bestreden beslissing, algemene beoordelingen gegeven, waarbij zoals de verzoekende partijen terecht stellen, geen klare band tussen, eensdeels, die in woorden uitgedrukte beoordelingen kan worden gelegd, en, anderdeels, de punten gegeven bij elk criterium. Voorts lijken inderdaad enkele criteria in de woordelijke beschrijvingen onbesproken. Het doel van de formele motiveringsverplichting zoals vervat in de voormelde wet van 29 juli 1991 lijkt aldus te dezen niet bereikt: in de bestreden beslissing noch in het verslag waar ze naar verwijst, worden op afdoende wijze de feitelijke overwegingen vermeld die aan de beslissing ten grondslag liggen. De verzoekende partijen lijken daardoor niet bij machte terdege - althans ten minste waar het door haar specifiek te berde gebrachte criterium “technische waarde van het ontwerp”betreft - te beoordelen volgens welke werkwijze en tengevolge van welke onderscheidende gegevens betreffende de goede en slechte kanten van de offertes de daarop betrekking hebbende punten zijn gegeven. Zulks klemt des te meer aangezien het totale puntenverschil tussen hun als tweede gerangschikte inschrijving en de gekozen inschrijving gering is : zij verhouden zich als 75/71.

Dit laatste gegeven ondersteunt het belang bij het middel. De verwerende partij zal immers het geschetste euvel kunnen verhelpen door na intrekking van de bestreden beslissing de offertes met een afdoende feitelijke motivering bij elk criterium opnieuw in een nieuwe toewijzingsbeslissing te betrekken, na een nieuwe beoordeling die ditmaal mogelijks in het voordeel van de verzoekende partijen kan uitvallen, zij het dat daarbij in rekening mag worden gebracht hetgeen hiervoor is geantwoord op de diverse middelen van de verzoekende partijen, die prima facie door de Raad van State niet in al hun grieven zijn gevolgd.

Ervaring kan een gunningscriterium zijn

In zijn arrest van 25 september 2008 (R.v.St., NV B.CEC, nr. 186.508, 25 september 2008) oordeelt de Raad van State dat "ervaring" ook een gunningscriterium kan zijn:
Een criterium waarin naar “ervaring” wordt gepeild, betreft doorgaans de geschiktheid van de inschrijvers en is dienvolgens in principe geen gunningscriterium. Nochtans is het niet uit te sluiten dat ervaring een gunningscriterium kan uitmaken indien daardoor de intrinsieke kwaliteit van de offertes in het licht van de specificiteit van de opdracht kan worden aangetoond op differentiërende wijze, zoals het in een opdracht voor de aanneming van diensten het geval kan zijn. Het moet dan worden verwacht dat een verwerende partij zulks aantoont of dat het duidelijk uit dossierstukken zoals het bestek blijkt.