maandag 20 augustus 2007

Uiterst dringende noodzakelijkheid in de vakantiekamers

De Raad van State is de standstillprocedure, zoals voorgeschreven door artikel 21bis van de wet van 24 december 1993, niet echt genegen (zie mijn vorige post "Arresten Raad van State").

Ook in zijn arrest van 24 juli 2007 (R.v.St., NV Fabricom GTI, nr. 173.662, 24 juli 2007) houdt de Raad het been stijf:
"dat indien de Raad van State moet beslissen of hij dergelijke rechtspleging - overigens uiterst summier geregeld - in het domein van de overheidsopdrachten dient toe te passen, hij versus de wetgever zou handelen indien hij de toegang tot die procedure zodanig zou vergemakkelijken dat ze als de gewone schorsingsprocedure in dat domein zou gaan gelden en evenzeer indien hij zou tegemoet komen aan de - ten overstaan van die spoedprocedure ongefundeerde - verwachting van de rechtzoekenden, dat in die uiterst dringende procedure in wezen op dezelfde wijze als in een annulatieprocedure de grond van de zaak reeds uitputtend kan worden behandeld en beslecht; dat de schorsingsprocedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid aldus slechts mag worden aangewend in de gevallen waarin de wet deze uitdrukkelijk voorschrijft zoals in het artikel 21 bis van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en daarnaast in de enkele gevallen dat een gewone vordering tot schorsing te laat zou komen om het nadeel te weren; dat aldus ook niet mag worden aanvaard dat voor de Raad van State de partijen zelf,- omzeggens bij overeenkomst -, de spoedprocedure als de te volgen procedure kiezen;"

In casu kon geen van de partijen aantonen dat de opdracht effectief paste binnen het kader van artikel 21bis (overheidsopdrachten die vallen onder de Europese aanmeldingsregels). Daarenboven moest de beslissing van de aanbestedende overheid nog ter goedkeuring voorgelegd worden aan de toezichthoudende overheid.

Vrije varianten binnen een duidelijk kader

Artikel 16 van de wet van 24 december 1993 bepaalt op het einde dat de aanbestedende overheid de eventuele vrije varianten die door de inschrijvers voorgesteld werden in overweging kan nemen. Deze varianten moeten dan wel "de minimumvoorwaarden vervullen die in het bestek vermeld staan en aan de voor hun indiening gestelde eisen voldoen".

Het Waalse gewest schreef een overheidsopdracht uit voor het verwijderen en verwerken van baggerspecie. In het bestek vermeldde het Waalse gewest dat de inschrijvers vrije varianten konden voorstellen:
"Il est à signaler qu'une autre classification des produits de catégorie B au niveau de l'offre et des métrés du présent cahier spécial des charges peut être proposée en variante. Cependant la quantité globale maximum de ces produits à gérer durant une période de 365 jours de calendrier (235.000 m³/an) ne peut être modifiée."

In zijn arrest van 27 juli 2007 (R.v.St., SA Entreprises Jan De Nul, nr. 173.711, 27 juli 2007) oordeelde de Raad dat deze besteksbepaling, "qui se limite à énoncer que l'offre alternative doit garantir la fourniture d'une prestation quantitativement équivalente par rapport à celle faisant l'objet de l'appel d'offres, ne se distingue pas de la définition de l'objet du marché et ne peut être considérée comme énonçant les exigences minimales s'appliquant aux variantes libres et les modalités de leur soumission". De Raad oordeelde dat het middel van de verzoekende partij dat de vrije variante (die uiteindelijk de meest gunstige offerte bleek te zijn) onregelmatig was en dus niet kon beoordeeld worden.

De Raad zet de puntjes op de i:


Considérant que s'avère indifférente à ce propos la circonstance, alléguée par la partie intervenante, que toutes les sociétés auraient pu présenter une variante, l'objectif de la disposition en cause étant que les soumissionnaires soient tenus informés de la même manière sur les conditions minimales que doivent respecter les variantes pour qu'elles puissent être prises en considération par le pouvoir adjudicateur; qu'il s'agit d'une obligation de transparence visant à garantir le respect du principe d'égalité de traitement des soumissionnaires;

dinsdag 14 augustus 2007

Overheidsopdrachten tijdens de regeringsvorming

Ook de tweede formatienota, die vorige week via de website van De Standaard en La Libre Belgique uitlekte, bevat weinig indicaties over de opties van de mogelijk toekomstige regering rond overheidsopdrachten.

De onderhandelaars erkennen het belang van een gedegen overheidsopdrachtenreglementering:

Aangezien België een land is van kleine en middelgrote ondernemingen, voert de regering een specifiek KMO-beleid. Ze moedigt starters aan, geeft KMO’s maximale groeikansen en ondersteunt de eigenheid van het zelfstandige ondernemerschap. Ze ondersteunt in het bijzonder de kmo’s door de verbetering van hun toegang tot overheidsopdrachten.

Tegelijk erkennen de partijen dat externe consultants (waaronder advocaten) door de overheid slechts kunnen worden aangeduid "met respect van de regelgeving inzake de overheidsopdrachten".