woensdag 1 juli 2009

Weging van een gunningscriterium

Overeenkomstig artikel 115, derde lid, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 moet de aanbestedende overheid de weging van elk gunningscriterium specificeren. Die weging kan eventueel worden uitgedrukt binnen een vork met een passend verschil tussen minimum en maximum. Indien dergelijke weging om aantoonbare redenen niet mogelijk is, worden de criteria vermeld in dalende volgorde van belangrijkheid.

In zijn arrest van 30 april 2009 (RvS 30 april 2009, nr. 192.903, nv Soresma) oordeelde de Raad:
In de mate dat zij daartoe aanvoeren dat met de kwalificaties “zeer groot belang”, “zeer groot belang”, “groot belang”, “matig belang” en “minder belang” de gunningscriteria enkel gerangschikt werden in dalende volgorde van belang, gaan zij eraan voorbij, zo lijkt het, dat dergelijke rangschikking met waarden, weliswaar minder mathematisch dan punten of percentages, een onderlinge verhouding tussen de criteria bewerkstelligt die een andere is dan bij een louter dalende volgorde. De eerste twee criteria worden daarbij te dezen overigens in waarde gelijkgesteld.