Zoals hieronder al vermeld, lijkt de Nederlandstalige XIIde Kamer bij de Raad van State vrij "tolerant" te staan tegenover het bestaan van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel (MTHEN) in hoofde van verzoeksters die voor hen negatieve beslissingen inzake overheidsopdrachten voor de Raad aanvechten. Het enkele feit dat een niet-weerhouden of -geselecteerde kandidaat de opdracht niet kan vervullen lijkt al voldoende te zijn voor het bestaan van een MTHEN.
De Franstalige VIde Kamer oordeelt hier echter veel strenger over.
In zijn arrest van 5 maart 2007 (R.v.St., SA de droit français Polymark France, nr. 168.481) herhaalde deze kamer dat het verlies van een kans om een overheidsopdracht niet zelf te kunnen uitvoeren niet volstaat om het MTHEN te bewijzen. Volgens de VIde Kamer is het risico dat men de opdracht niet zelf kan uitvoeren inherent aan overheidsopdrachten. Enkel wanneer het niet kunnen uitvoeren van de opdracht zou leiden tot ernstige economische nadelen (zoals het stopzetten van de activiteiten) of wanneer de negatieve beslissing zeer ernstig de reputatie van de verzoekster op het spel zou zetten, lijkt er een MTHEN voorhanden te zijn. Daarenboven vindt de Raad dat er enkel kan rekening gehouden worden met het verlies van de mogelijkheid om de opdracht als een referentie te hanteren als er objectieve elementen wijzen op de zeldzaamheid, de grootte en de complexiteit van de opdracht.
Volgens de Raad is dit niet het geval voor een overheidsopdracht voor de levering en plaatsing van industriële wasinstallaties. Voor zulke opdracht is de overheid immers niet de enige opdrachtgever. Dezelfde Kamer aanvaardde daarentegen dat de opdracht voor het leveren van handboeien (zie hieronder) wel een objectief verantwoorde speciale en unieke opdracht is.
Frappant is wel dat de opdracht waarvoor Polymark France een offerte had ingediend, uitgeschreven was door het OCMW van Brussel. Indien Polymark France haar verzoekschrift in het Nederlands zou hebben opgesteld, zou de kaap van het MTHEN gemakkelijker kunnen genomen zijn. Of de Nederlandstalige Kamer ook de middelen als ernstig zou beoordelen is uiteraard een andere vraag.
Update 13 april 2007: In het arrest SA Dalkia (R.v.St., SA Dalkia, nr. 168.884, 13 maart 2007) herhaalt de Franstalige kamer dat de loutere melding "La poursuite ainsi annoncée serait de nature à causer (...) un préjudice grave difficilement réparable dans la mesure où elle l’exclurait de manière définitive du marché litigieux" niet volstaat om het MTHEN te onderbouwen.
vrijdag 30 maart 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten