donderdag 12 april 2007

Verbetering van abnormale prijzen in ingediende offertes

Kan een inschrijver een aanbestedende overheid na de opening van de offertes zelf op de hoogte brengen van fouten of abnormale prijzen in zijn offerte? Op deze vraag antwoordde de Raad van State in zijn arrest van 22 maart 2007 (R.v.St., NV Sogiaf, nr. 169.271).

In het kader van een opdracht voor een openbare aanbesteding voor de renovatie van een fabrieksgebouw te Herzele was er in de gedetailleerde meetstaat de post 10.01.40 “sanitaire binnenwanden” voorzien waarbij de inschrijvers een eenheidsprijs per m² en de totaalprijs dienen te vermelden.

De NV Ondernemingen Arthur Moens wijst de aanbestedende overheid in haar brief van 23 november 2005 (een week na de opening van de offertes) er op dat er een “flagrante fout” in haar offerte geslopen is betreffende de voormelde post 10.01.40 “sanitaire binnenwanden”. Haar bedoeling was in te vullen : FH m² 52,60 à 142,8152 euro/m² = 7.512,08 euro. Ingevuld werd echter FH m² 52,600 à 7.512,08 = 395.135,41 euro, hetgeen een verschil geeft van 387.623,33 euro. De aanbestedende overheid aanvaardt dat dit een "kennelijke materiële vergissing" is.

Na de rechtzetting van de "materiële vergissing" blijkt de offerte van NV Ondernemingen Arthur Moens de goedkoopste te zijn. De overheid beslist dan ook de opdracht aan haar te gunnen.

De NV Sogiaf gaat tegen deze beslissing in beroep bij de Raad van State. Zij stelt dat een inschrijver zich niet zelf kan beroepen op fouten in zijn offerte. Artikel 99 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 stelt immers dat "de inschrijvers zich niet [kunnen] beroepen op mogelijke vormgebreken, fouten of leemten in hun offerte". Verder meent zij dat de aanbestedende overheid krachtens artikel 110, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit de offerte onregelmatig moest verklaren “nu de prijs rekening houdend met de waarde van de uit te voeren werken onrealistisch is”. Tenslotte zou volgens NV Sogiaf artikel 111 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 (in tegenstelling tot wat geschreven staat in artikel 114 van dat koninklijk besluit) zich er tegen verzetten dat een aanbestedende overheid de bedoeling van de inschrijver zou achterhalen door na opening van de inschrijving rechtvaardiging te vragen aan of overleg te plegen met de inschrijver.

De Raad van State weerlegde de middelen van NV Sogiaf.

Artikel 99 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 lijkt volgens de Raad niet te verbieden dat een aanbestedende overheid rekening houdt met een brief van een inschrijver waarin deze de overheid opmerkzaam maakt op een vergissing in haar offerte en vraagt om toepassing te maken van artikel 111 van het koninklijk besluit. Volgens de Raad legt artikel 99 geen verbod op aan de aanbestedende overheid, maar vrijwaart haar door de inschrijvers het recht te ontzeggen zich te keren tegen die overheid op grond van door haar niet ontdekte fouten.

Indien een inschrijver de aanbestedende overheid wijst op een vergissing, komt het deze overheid toe “om met toepassing van artikel 111 een dergelijke post te onderzoeken en te beslissen of de offerte wordt verbeterd of niet”. Hiermee wordt de vrijheid van de aanbestedende overheid niet aan banden gelegd. Een overheid kan nog steeds beslissen om geen rekening te houden met de “melding” van de inschrijver.

Volgens de Raad lijkt in dit geval de gesignaleerde fout een “kennelijk materiële” fout betreffende de eenheidsprijs te zijn in de zin van het aangehaalde artikel 111 van het koninklijk besluit. Een eenheidsprijs van 7.512,08 euro per m² sanitaire binnenwanden, waar de prijzen van de andere inschrijvers variëren van 121,04 euro tot 164,19 euro per m² "lijkt te onwaarschijnlijk om geen vergissing te zijn".

Tenslotte meent de Raad van State dat in artikel 111 onder het nagaan van de werkelijke bedoeling van de inschrijver met “alle middelen” ook verstaan lijkt te mogen worden "dat de inschrijver toelichting wordt gevraagd, indien hijzelf wijst op een in het artikel bedoelde fout in zijn offerte".

Update 8 februari 2008: Zie ook R.v.St., NV Cleaning Masters, nr. 178.804, 22 januari 2008.

Geen opmerkingen: