dinsdag 24 juli 2007

Beoordeling van abnormale prijzen

Artikel 110 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 regelt de werkwijze die een aanbestedende overheid moet volgen wanneer een inschrijver abnormale prijzen voorstel.

Overeenkomstig § 3 moet de aanbestedende overheid, vooraleer zij een offerte als onregelmatig afwijst wegens haar blijkbaar abnormaal hoge of abnormaal lage prijzen, de inschrijver vragen om hierover de nodige verantwoordingen te geven. De overheid kan bij het beoordelen van de abnormaliteit van de prijzen rekening houden met "objectieve factoren steunend op de zuinigheid van het bouw- of produktieprocédé of van de dienstverlening, of op de gekozen technische oplossingen, of op uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver kan profiteren voor de uitvoering van de opdracht of op de originaliteit van het produkt, het ontwerp of het werk dat de inschrijver aanbiedt".

Enkel in geval van een overheidsopdracht voor aanneming van werken wordt bovendien elke offerte waarvan het bedrag minstens vijftien pct. onder het gemiddelde bedrag van de door gegadigden ingediende offertes ligt beschouwd als een offerte waarvan het eventueel abnormale karakter van de prijs moet nagezien worden door de aanbestedende overheid.

In zijn arrest van 3 juli 2007 (R.v.St., NV ISS, nr. 173.125, 3 juli 2007) oordeelt de Raad van State dat artikel 110, § 4, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 niet zomaar per analogie kan worden toegepast op overheidsopdrachten voor dienstverlening:

"Verwerende partij past blijkbaar per analogie de bepaling toe inzake abnormale prijzen van artikel 110, § 4, van het voormelde koninklijk besluit van 8 januari 1996. Die bepaling regelt echter enkel aanbestedingen van werken en niet een offerte-aanvraag voor diensten die te dezen voorhanden is. Ongeacht de vraag of in rechte gevolgen zouden moeten worden verbonden aan deze werkwijze inzake prijsonderzoek, kan in de huidige stand van de procedure worden volstaan vast te stellen dat alle inschrijvers, en zekerlijk ook verzoekende partij in niet
geringe mate, “abnormale” prijzen hebben opgegeven."

Geen opmerkingen: